[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] zwakke vrouw. Uit 1 Petr. III:7. Gr.
skeuos = ieder soort van gereedschap, huisraad. ‘Wij zijn allemaal
zwakke vaatjes’, wordt vaak ter verontschuldiging gezegd. Wordt dus eigenlijk en figuurlijk gebezigd.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0030.php
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] zwakke vrouw. Uit 1 Petr. III:7. Gr.
skeuos = ieder soort van gereedschap, huisraad. ‘Wij zijn allemaal
zwakke vaatjes’, wordt vaak ter verontschuldiging gezegd. Wordt dus eigenlijk en figuurlijk gebezigd.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0030.php

Spreekwoorden: (1914)
Een zwak vat,d.w.z. een mensch, inzonderheid eene vrouw. Volgens den Bijbel zijn menschen gelijk aan vaatwerken, aan stukken huisraad in den tempel Gods: het zijn gouden, zilveren en aarden vaten, zooals in 2 Tim. 2:20 staat. De vrouw wordt in 1 Petr. 3, 7 in vergelijking met haren man ‘het zw...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een zwak vat,d.w.z. een mensch, inzonderheid eene vrouw. Volgens den Bijbel zijn menschen gelijk aan vaatwerken, aan stukken huisraad in den tempel Gods: het zijn gouden, zilveren en aarden vaten, zooals in 2 Tim. 2:20 staat. De vrouw wordt in 1 Petr. 3, 7 in vergelijking met haren man ‘het zw...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.